Nachtmantel
Als er een prijsverschil is over de grens zullen mensen altijd proberen geld te verdienen. Je zou denken: ‘Waarom al die moeite doen voor boter?’, maar het gebeurde op grote schaal. Boter was in Nederland goedkoper dan in België, margarine was in België goedkoper. Tot ongeveer de jaren ’80 lag in Nederland de nadruk op voedzaam en goedkoop eten; het kookboek Aaltje, de volmaakte en zuinige keukenmeid werd 18 keer herdrukt! België was bourgondischer, met waardering voor lekker eten. Deze culturele verschillen maakten de smokkel over en weer zeer lucratief.
Douaniers werden om de drie jaar overgeplaatst, omdat al te grote familiariteit binnen de dorpsgemeenschappen ertoe kon leiden dat zij een oogje dicht zouden knijpen tegen de plaatselijke smokkelpraktijken.
De douaniers lagen in het open veld, langs smokkelpaden en konden zich met zakken van schapenvacht en dikke wollen mantels tegen de kou beschermen. Zij mochten niet roken om zichzelf wakker te houden, want de smokkelaars zouden de lichtpuntjes van de sigaretten op grote afstand kunnen zien. De dienstgeleider (de baas) fietste ’s nachts langs om te controleren of de mannen niet in slaap waren gevallen.
In de beginjaren van de 20e eeuw was de smokkel spannend, de smokkelaars liepen in groepjes over de hei met pungels (zakken) over hun schouder. Al snel werd het grimmig doordat er daadwerkelijk doden vielen. De smokkelaars gingen in de vijftiger jaren grote Amerikaanse auto’s gebruiken die na inbeslagname door de Douane gretig werden hergebruikt om de smokkelaars te achtervolgen. Beide partijen knutselden kraaienpoten om de ander te stoppen. Dit leidde tot ernstige ongelukken.