Het uiterlijk van de Indonesische ambtenaar weerspiegelt zijn ambivalente positie binnen het Nederlandse koloniale bestuur. Hij draagt Europese kleren, een aktentas en een horlogeketting, gecombineerd met een sarong, slippers en de iket, het traditionele hoofddeksel. Indonesiërs die meewerkten aan het uitvoerend bestuursapparaat in Nederlands-Indië kregen westerse scholing, een salaris en aanzien in de koloniale standenmaatschappij. Het verdeel-en-heers-principe was succesvol. Zonder inzet van lokale belastingambtenaren was het nooit gelukt het enorme gebied zo efficiënt te besturen.
Een gigantisch bedrag
De optelling van alle geregistreerde belastingopbrengsten in Nederlands-Indië tussen 1848 en 1940 bedraagt 25.836.314.430 gulden. Alles wat de Nederlandse overheid voor 1848 heeft binnengehaald, komt daar nog bovenop, maar dat is niet zo goed geregistreerd. Het koloniale bewind had ook uitgaven, alleen worden deze niet meegeteld, omdat die niet de Indonesiërs maar het Nederlandse bewind ten goede kwamen. De Nederlanders legden bijvoorbeeld een spoorlijn aan. Niet om het reizen op Java (ruim drie keer de oppervlakte van Nederland) makkelijker te maken, maar om het gekapte tropische hout van het oerwoud naar de haven te vervoeren.