Lisette Ma Neza - Thistle
©Tom Cornille
Kunstwerk: Caroline Coolen, Thistle, 2021 Literaire maker: Lisette Ma Neza Wilde distel  Wereldvreemde vrouw ik bedoel– jou  ik bedoel – vrouw in een vreemde wereld  ik bedoel– dat je vreemd bent voor de wereld maar de wereld is van jou niemand  niemand  niemand ontvouwt jou even mooi  als jij jezelf  even voorzichtig en even speels dapper mens  jij bent zo’n dapper hart, want jij bent zo zacht gebleven  tussen de kogels en de geweren in  die groene kaart  die komt wel  dat papiertje  dat je leven evenwicht zal geven  dat papiertje  dat zegt dat je hier mag blijven dat je een legitiem en legaal  mens bent ben je altijd niemand  niemand  niemand is niet thuis wereldvrouw  vervreemding wilde distel  ik vraag me af  wat je zou draaien  als jij de dj was van jouw leven welke tijd er dan het beste bij je past welke muziek er over is gebleven welke kant van de wereld, welk leven— het leven dat je had of het leven dat op jou wacht  lieve distel  ik vraag mij af hoe doe jij dat? terwijl niemand je snapt terwijl niemand je snapt  hoe doe je dat? zo comfortabel voortleven  zo kalm  je toekomst uit je hart lezen  je gevoelens aan een man geven  een man  met macht  ‘n angst  ‘n autoriteit  ‘n ander land er leeft een les in je achternaam; in je moeders meisjesnaam jij stamt namelijk af van mensen die van ver zijn gekomen  die weg zijn getrokken  niet aan zijn gekomen  je wilt ze troosten maar je laat ze –  je laat volwassenen, volwassenen zijn mensen die vast kwamen zitten  niet los durven laten  je  laat ze je laat het  je laat het–  dat de rest het nog niet ziet  dat ook jij  verdriet vastpakt  als je lievelingslied dj? niemand niemand ziet je  al sta je heel de avond te draaien  weinigen zien dat ook jij  in je pijn bent gaan passen zoals schoenen die heel goed zitten  stel je voor, je stelt je voor  dat je net zoals je moeder  voor altijd in je heimwee zult wonen  dat de heimwee in jou  zal wonen;  in jouw zenuwstelsel  zit je vader  te zoeken  naar  een visum  voor je moeder  ergens in de tijd  maakt hij ruimte voor haar vrij is zijn hart nog heel gezond zoeken ze samen een verblijfsplek een schuilplaats  een veilig nest  voor het kindje  dat nog moet komen schietgebedje  daar ben je eindelijk wilde distel  wilde vrouw  wilde dochter— zegt hij Je laat je vader en moeder los, toch? zonder je vader en moeder te laten vallen  dat deed ik ook  bij vriendinnen  die in mijn zenuwstelsel woonden  het brandt  in je hart, in je nieuwe stad de bossen branden  je bodem—  Je blust je bodem met het water van een ander land — Jij bent andermans Jij bent iemands vrouw Je wordt steeds minder vreemd  voor jezelf je wordt steeds meer een wereld — stad dit is het vreemde land waarin je  bent gaan wonen  de wereld/vreemde/wereld van andermans dromen  het heeft voor je gekozen  Thuis zeggen ze: Droom groot Of ga (dromend) dood Dit is het leven, dat weet je: alles geven; alles geven De anderen zullen tot hetzelfde besef komen  maar jij, jij bent er al meisje  jij bent er al lang genoeg  om jezelf te begrijpen  Wilde Distel Niemand Niemand Niemand Temt jou / kent jou  Beter Dan jij Jezelf Distel Distel– daar is ze waar ze ook is; ze is er  niet  volledig thuis  geraakt elke bodem vertelt haar iets over de voeten  de zolen die hier rond hebben gelopen  dit is haar grond niet meer nog steeds, niet meer mama fluistert dat er gasten komen  die de taal goed spreken  we ontbreken  maar we delen  de gebroken woorden  we vormen samen  een volledige taal  een woordkunstenaar die zichzelf en anderen vertaalt Distel– waar ben je nou? zachte bloemkern  en stekelige bladeren  van je hart het zijn de mensenhanden, die je vasthielden de leeuwen  de krijgers, de autoriteiten Distel–  wie ben je? nu je de aarde hebt leren kennen een gesprek hebt gevoerd met God  over duurzaamheid en tijd  het kost meer dan tijd  om je huid  minder vreemd te maken  Distel–  wie ben je op deze boerderij nu je met beide voeten  uit je wortels bent gekropen  ben je de kunst  of de kunstenaar?
Loading....